Batmobile: dat was de auto van Batman.
Ik was zeven jaar oud en ik geloofde hartstochtelijk in Batman.
Hij droeg een zwart masker en toch was hij goed.
Batman waakte over ons.
Ook hij reed in een zwarte auto, maar dan naar ons toe.
Ik heb het over de tijd van vechten op het schoolplein: twee jongens op elkaar,
de rest van de klas er zwijgend omheen.
En dan uiteindelijk altijd de vraag: Genade? Zeg je genade?
En dan het gemompelde woord: Genade.
En die werd dan gegeven.
Dit is het beeld dat mij vandaag het meest raakte: het volkomen gebrek aan
genade.
De gewonde agent op straat, liggend, voelend aan zijn knie, en dan bijna de
terloopse wezenloze dood, het schot in het hoofd.
Geschoten door een moordenaar die als jongetje, en dat weet ik echt bijna zeker,
net als de cartoonisten met het puntje tussen zijn tong ooit een hele mooie
tekening voor zijn ouders maakte.
Het schot door het hoofd, achteloos, zonder te kijken, als in een game, bijna.
Batman, met je touw om een boef, waar ben je gebleven jongen?
Er is maar n oplossing: wetenschappers.
Waar ook ter wereld: vergeet de opwarming van de aarde, vergeet het
Higgs-deeltje.
Wetenschappers: recht de schouders, en bewijs voorgoed dat het opperwezen niet
bestaat.
Bewijs dat liefde, leven, hartstocht en mededogen alleen maar voortkomen uit
een magistrale, volstrekt toevallige samensmelting van moleculen en atomen.
Bewijs desnoods dat alle Opperwezens samen, klaverjassend, lekker gezellig het
geloof eerlijk over de aarde hebben verdeeld.
Terreur wint volgens mij nooit als er na vandaag mensen zijn, voor eeuwig denk
ik, die de tranen in de ogen krijgen als ze terugdenken aan de liggende agent
die het hoofd zelfs nog even optilde, op zoek naar het schoolplein.
Hij zocht naar ouderwetse genade.